De laatste jaren komen in Nederland gevallen voor van onverklaarbaar slechte opbrengsten en kwaliteit van rassen. Het ziektebeeld wordt gekenmerkt door een vergeling (chlorose) tussen de nerven, die over gaat in het afsterven (necrose) van het blad. De verschijnselen komen voor op percelen met een hoge bietencysteaaltjesbesmetting. Verder werden er ook fusarium en/of verticillium geïsoleerd. Op drie proefvelden werden rhizomanie-, bietencysteaaltjes- en fusariumresistente rassen getoetst. In de kas kon met infectieproeven met fusarium de symptomen van gele necrose worden gereproduceerd. De resultaten duiden erop dat fusarium en bietencysteaaltjes in het ziektecomplex van belang zijn.