Een bewuste grondbewerking legt de basis voor 2021

De manier waarop de hoofdgrondbewerking, voorafgaand aan de bietenteelt, wordt uitgevoerd, heeft geen directe  invloed op de opbrengst. Op een toenemend areaal wordt de grond minder bewerkt en blijft een groenbemester tot na de winter staan. Dit zorgt voor een goed doorwortelde bouwvoor en gaf dit voorjaar in veel situaties een voordeel ten opzichte van in het najaar geploegde percelen. Op stuif- of slempgevoelige gronden is het bijkomend voordeel dat de risico’s op stuifschade of korstvorming beperkter zijn. Bij een n iet-kerende grondbewerking is er meer kans op schade bij bieten door mogelijke bodemwerking van een herbicide in de vorige teelt. Daarom is het belangrijk om de voor- en nadelen van de bewerking in kaart te brengen.

Waar blijven ziekten en plagen na de oogst?

In de bieten kunnen veel ziekten en plagen voorkomen. Niet altijd is dat in een mate die schade doet. Bij de oogst verdwijnen ze niet, ze gaan de volgende levensfase in: overleving tot een volgende (bieten)teelt. Het is dus belangrijk om bij de oogst op te letten wat er gebeurt met gewasresten, aanhangende grond en waar de bietenhoop gestort wordt. Bewust hiermee omgaan biedt kansen om de levenscyclus van ziekten en plagen te onderbreken of de verspreiding te voorkomen. Door bij de oogst te letten op de gewasresten en te zorgen dat deze de ziekten en plagen niet verder verspreiden dan het perceel waar de bieten dit jaar gegroeid zijn, is de beheersing volgend jaar weer een stapje makkelijker.

 

Kader: Hou blinkers in het oog!

Staan er op een perceel opvallend veel blinkers (zie www.irs.nl/blinker), verspreid of op plekken, noteer dit in Unitip. De teler krijgt bij de volgende bietenteelt op dat perceel bij de zaadbestelling dan een aanbeveling om een ras met aanvullende resistentie tegen rhizomanie te kiezen.Een aantal varianten van het rhizomanievirus doorbreekt de standaardresistentie van de suikerbietenrassen. Daardoor veroorzaken ze symptomen van rhizomanie en doen (veel) schade.

Belangrijke teeltzaken voor seizoen 2021

Het is belangrijk kennis te hebben over het bietenperceel voor 2021. Alleen op die manier is een maximale opbrengst haalbaar en worden problemen door slecht groeiende bieten in veel gevallen voorkomen. De komende maanden zijn uitermate geschikt om na te gaan of de pH van het bietenperceel voor 2021 op orde is, wat de bemestingstoestand is, of er aaltjes aanwezig zijn, welke hoofdgrondbewerking het beste kan worden toegepast en nog vele zaken meer. In dit artikel staat meer informatie over deze teeltzaken, zodat telers tijdig de juiste maatregelen kunnen treffen om problemen te voorkomen.

Video ‘Het Conviso Smart-systeem: een interessante nieuwe ontwikkeling voor onkruidbestrijding in bieten’

Op proefbedrijf Vredepeel is een proefveld aangelegd met een ALS-tolerant bietenras, en daar wordt het middel Conviso One (een ALS-remmer) toegepast. Conviso One wordt met verschillende middelen onderzocht, waarbij wordt gekeken naar de effecten van de toepassingen op onkruid, stuifdek (gerst), gewas en aardappelopslag. Sjef van der Heijden neemt u in een video mee in deze proef.

Kader: Doel bepaalt keuze groenbemester

Door het warme voorjaar zijn veel gewassen al ver ontwikkeld. Dit betekent dat er naar verwachting relatief vroeg een groenbemester gezaaid kan worden. Voor de juiste keuze van een groenbemester is het belangrijk te weten voor welk doel men de groenbemester teelt. Als de teler daarnaast weet welke ziekten en plagen op het perceel aanwezig zijn, dan is het mogelijk om te bepalen welke groenbemester of welk mengsel het beste bij het bewuste perceel past.

Achterhaal oorzaak van valplekken

De oorzaak van valplekken in suikerbieten is goed zichtbaar zodra suikerbieten gesloten zijn. Het advies is om binnen en buiten deze valplekken planten eruit te halen en boven- en ondergronds te bekijken. Op die manier kan men wellicht het probleem voorkomen in een volgende bietenteelt.
Een te lage pH, een nutriëntentekort, bodemschimmels, aaltjes en insecten kunnen allemaal de achterblijvende groei en daarmee valplekken veroorzaken. Mocht de teler er zelf niet uit komen, dan kan men de teeltadviseur benaderen, die een diagnostiekmonster naar IRS kan opsturen als teler en adviseur samen de oorzaak niet kunnen achterhalen.