Stikstofbemesting plannen in het late voorjaar

Vorig jaar leidde het natte voorjaar ertoe dat op veel percelen pas laat stikstof is gegeven. Doordat het na half mei een aantal weken droog bleef, duurde het bovendien lang voordat stikstof uit korrelkunstmest beschikbaar kwam. Met deze ervaring in het geheugen, is de vraag hoe dit risico te beperken is, nu het voorjaarswerk wederom pas laat op gang komt. Omdat de gewasgroei door de hogere temperaturen sneller verloopt, is het advies om niet te lang te wachten met de stikstofbemesting.

Tijdstip van bemesten
Stikstof toedienen kan zowel voor als na het zaaien gebeuren, tot ruwweg eind mei. Bemesten in juni hoeft geen probleem te zijn, maar het risico op een droge periode wordt dan groter. Als kunstmest dan onopgelost blijft liggen, kan de hierin aanwezige stikstof te laat beschikbaar komen en het suikergehalte en de winbaarheid negatief beïnvloeden. Strooien voor de zaaibedbereiding heeft als voordeel dat de korrel wat wordt ingewerkt en bodemvocht kan bijdragen aan een snellere beschikbaarheid.

Zoutschade
Bij opkomst en in het kiembladstadium zijn suikerbieten het meest gevoelig voor zoutschade. Daarom is het advies om niet meer dan 120 kg stikstof te geven als dit binnen twee weken voor het zaaien wordt gedaan. Ligt de adviesgift hoger, dan kan de resterende gift prima na opkomst gegeven worden. Houd hier extra rekening mee als ook nog kalium of andere meststoffen gegeven worden.
Dit advies geldt vooral voor klei- en zavelgronden.

Rijenbemesting
Ook bij het toedienen van meststoffen tijdens het zaaien is het geen probleem om tot 120 kg stikstof te geven. Voorwaarde is wel dat de meststof niet te dicht bij het zaad geplaatst wordt, om verbranding te voorkomen. Houd hierbij een afstand van 6 à 7 centimeter naast de zaaivoor aan. Het voordeel van een vloeibare meststof is, dat droogte geen nadelig effect heeft op het oplossen van korrels. Goed onderwerken is wel cruciaal om stikstofverlies te voorkomen. Let er dus altijd op dat de voor wordt afgedekt met grond.

Gift splitsen
Het splitsen van giften heeft geen meerwaarde voor het gewas. De volledige gift kan ook na opkomst gegeven worden, zolang rekening gehouden wordt met het hiervoor genoemde risico op zoutschade. Het gewas onttrekt pas veel stikstof als de loofgroei snel op gang komt. De opname ligt het hoogst in de maanden juni en juli. Daarna bereikt het gewas de maximale hoeveelheid loof en neemt de opname snel af. Vanaf augustus is uit de grond beschikbaar komende stikstof voldoende om het gewas aan de groei te houden.

Meer informatie? Bekijk de teelthandleiding.


Op het moment van opkomst is het gewas gevoelig voor zoutschade.

Contactpersoon

André van Valen
Bodem / bemesting / mechanisatie

Mogelijk ook interessant