Muizenschade voorkomen

Muizen kunnen veel schade veroorzaken in suikerbieten. In dit bericht vindt u meer informatie om schade door muizen te voorkomen.

Kleine kuiltjes en opengebroken zaad
Muizenschade is te herkennen aan kleine kuiltjes in de grond met daarin of daarbij opengebroken zaden (foto 1). Muizen zoeken namelijk de zaden op, breken ze open en eten vervolgens het embryo eruit, waardoor de planten niet meer kunnen kiemen. Vaak volgen ze de rij en is dit meters achter elkaar zichtbaar. Zodra een zaadje gekiemd is, stoppen de muizen met vreten.

Alternatief voer aanbieden
Een maatregel om schade te beperken is het aanbieden van alternatief voer. Door de muizen dit circa een week voor het zaaien al aan te bieden, leren ze de voerplaatsen te vinden en zullen ze niet actief op zoek gaan naar het bietenzaad. Wacht dus niet tot na het zaaien of totdat u vreterij ziet. Mochten de bieten al wel gezaaid zijn, start dan zo snel mogelijk met het aanbieden van alternatief voer. Leg het alternatieve voer onder een dakpan of halve pvc-pijp (foto 2). Op deze manier kunnen vogels er niet bij. Vul de voerplaatsen na het zaaien ook regelmatig bij en ga hiermee door totdat de bieten gekiemd zijn. Leg op grote percelen ook voerplaatsen midden in het perceel aan.

Alternatief voer kan bestaan uit gerst, tarwe, zonnebloempitten of vogelvoer (strooivoer). Als u het zaad (met een scheut water erbij) even verhit in de magnetron of oven, zal het overgebleven voer wat de muizen laten liggen niet kiemen. Maak nooit gebruik van zaaizaad, aangezien dit fungiciden en/of insecticiden kan bevatten en daardoor niet als voer mag worden gebruikt.

Zaad bedekken
Mochten de bieten nog niet gezaaid zijn, dan kunt u hiermee rekening houden met de zaaibedbereiding en het zaaien. Het advies is om suikerbietenzaad met voldoende grond (2 tot 3 centimeter) te bedekken, zodat het niet droog ligt en bovendien moeilijker te vinden is voor muizen. Schade door muizen komt vooral voor op percelen, die vroeg gezaaid worden en waar ondiep (< 1 cm) gezaaid is of op percelen met een (te) grof zaaibed. Het advies is om ook niet dieper te zaaien dan 2 tot 3 cm, omdat hierdoor de opkomst langer duurt en planten gevoeliger worden voor aantasting door bodeminsecten. Als een muis één zaadje weet te vinden, dan herkent hij de geur van de zaden in de grond en zal de muis op zoek gaan naar andere zaden. Toevoegen van stoffen of middelen aan of op het zaad heeft daarom geen enkele zin. Zodra zaad kiemt, is het niet meer aantrekkelijk voor muizen. Zaai dus in vochtige grond bij voldoende hoge temperatuur, zodat zaden snel kiemen.

Meer informatie
In de teelthandleiding en deze infokaart kunt u meer lezen over muizenschade. In deze video vindt u meer informatie over het plaatsen van alternatief voer.


Foto 1. Schade door muizen kenmerkt zich door restjes van opengebroken pillenzaad en een klein kuiltje in de grond. Het aanbieden van alternatief voer en voldoende diep zaaien (2-3 cm) in vochtige grond beperkt schade.


Foto 2. Beperken van muizenschade kan door het aanbieden van alternatief voer onder bijvoorbeeld dakpannen. Maak op circa iedere 50 meter langs de perceelsrand een voerplaats. Eventueel kunt u het alternatief voer breedwerpig over het perceel strooien. Bij dit laatste is het belangrijk het zaad vooraf te verhitten, zodat het niet meer kiemt en dus geen onkruid wordt.

Contactpersoon

Elma Raaijmakers
Diagnostiek / nematoden / insecten

Mogelijk ook interessant