Cercosporabeheersing in suikerbieten

De resultaten van het IRS-onderzoek naar cercospora in 2018 staan in de vorm van een IRS-publicatie online. Er is onderzoek gedaan naar de beheersing van cercospora op percelen van bedrijven met een moeizame beheersing van cercospora. Onderzocht zijn verschillende strategiën met afwisselen en samenvoegen van fungiciden. Daarnaast zijn bijna 300 cercospora-isolaten, deels afkomstig van percelen met een moeizame beheersing, onderzocht op de gevoeligheid voor triazolen en strobilurines.

Op basis van de resultaten op twee proefvelden in 2018 in Exloo en Roggel kan geconcludeerd worden dat:

• de middelenkeuze afgestemt dient te worden op de soort bladschimmel die aanwezig is en als dat wordt gedaan, cercospora goed te beheersen is.;

• verminderd gevoelige cercospora beheerst kan worden door het toevoegen van Promotor bij alle bespuitingen of een volle dosering van een ander fungicide bij de eerste of tweede bespuiting;

• het meten van de temperatuur en relatieve luchtvochtigheid in het bietengewas een goede voorspelling voor de infectie van cercospora geven.

Op basis van de onderzochte cercospora-isolaten kan geconcludeerd worden dat:

• bijna alle isolaten resistent zijn voor strobilurines; inzetten van middelen met strobilurines bij de eerste bespuiting tegen cercospora is dus niet effectief. Later in het seizoen zijn deze middelen wel nodig voor de noodzakelijke afwisseling van triazolen;

• het alleen zin heeft meerdere isolaten van een perceel te analyseren als er tussen de individuele isolaten meer dan 150 meter zat;

• de meeste isolaten die via IRS-Diagnostiek binnenkwamen van percelen met een visueel minder geslaagde cercosporabestrijding zijn met goed waarnemen, accurate timing en intervallen en afwisselen van middelen te beheersen.

Uitgelicht: Cercosporabeheersing in suikerbieten

Contactpersoon

Bram Hanse
Bladschimmels / bacteriën / diagnostiek

Mogelijk ook interessant