IRS App IRS Applicatie

Veelgestelde vragen » Rassen/zaad Terug »

In welke gebieden kan ik een ras met bladgezondheid 9 bestellen?

Deze rassen zijn met name bedoeld voor regio’s met een hoge cercosporadruk. Denk daarbij aan gebieden met een nauwe rotatie bieten (1 op 4 of krapper), percelen met een hoog infectierisico en grondwaterbeschermingsgebieden. En dan vooral voor percelen die in de tweede helft van de campagne gerooid gaan worden.

Welk ras is het beste voor mijn grondsoort?

De cijfers in de brochure suikerbietenzaad zijn gebaseerd op meerjarig landelijk onderzoek. Dit is de beste voorspellende waarde voor het genetisch potentieel van een ras. Uit onderzoek blijkt dat de verhouding tussen rassen niet substantieel wijzigt wanneer je onderverdeelt naar regio of grondsoort. Het jaareffect van rassenprestaties is groter dan het regio/grondsoort-effect. De cijfers in de brochure geven dus voldoende informatie hoe een ras presteert op de verschillende grondsoorten.

Klopt het dat resistentie opbrengst kost?

Dat hoeft niet zo te zijn. Zeker bij resistenties die jaren geleden al voor het eerst werden ingekruist bij suikerbieten, zoals resistentie tegen bietencysteaaltjes of varianten van het rhizomanievirus. Bij de introductie van nieuwe resistenties gaat dit aanvankelijk meestal gepaard met een daling van de opbrengstpotentie van een ras, maar dit opbrengstgat kan door de kweekbedrijven tegenwoordig door efficiënt terugkruisen binnen enkele jaren weer gedicht worden.

Kun je bieten telen op gescheurd grasland met betrekking tot ziekten en plagen?

Ja, er is wel meer risico op bodeminsecten, zoals emelten en ritnaalden. Bestel in elk geval bietenzaad met insecticide Force en overweeg Belem bij zaai toe te voegen. Kijk voor meer informatie op https://www.irs.nl/interessegebieden/alle-interessegebieden/teelthandleiding/10-3-insecten/#bodeminsecten.

In sommige jaren zien we meer schieters. Wat is daarvan de oorzaak?

Schieters worden veroorzaakt door koudestress – vernalisatie – Dit uit zich soms in echte schieters soms in zijschieters, zie ook https://www.irs.nl/interessegebieden/alle-interessegebieden/teelthandleiding/1-3-schietergevoeligheid/.

Wordt het risico op doorbraak van de rhizomanieresistentie groter door verspreiding via grond?

Het rhizomanievirus verspreidt zich via grond en water, zie https://www.irs.nl/interessegebieden/alle-interessegebieden/teelthandleiding/10-7-virussen/.

Is er ervaring met 2 rassen op een perceel gemengd te zaaien (in de rij). Dit om een diverser en dus sterker gewas te verkrijgen. Misschien minder last van bepaalde ziekten.

Gemengd zaaien is in verband met mogelijk verschil in opkomst en kophoogte niet aan te raden. Er is geen specifiek onderzoek gedaan naar een verminderde ziektedruk. Vooralsnog is daarom het advies om verschillende rassen naast elkaar te zaaien in plaats van door elkaar.

Is de resistentie van Redukto of Jemina KWS tegen Meloidogyne chitwoodi vergelijkbaar met een goede resistente groenbemester? En helpt het ook tegen het M. fallax-aaltje?

Het uitziekeffect bij de teelt van het ras Redukto of Jemina KWS voor het maïswortelknobbelaaltje Meloidogyne chitwoodi is te vergelijken met een jaar zwarte braak. Beide rassen hebben ook een zeer goede resistentie tegen het bedrieglijk maïswortelknobbelaaltje M. fallax.

Is er verschil tussen rassen op gebied van ontbladeren en rooibaarheid?

Door verschillende raseigenschappen zoals stand, hoeveelheid van het blad en kophoogte en kopvorm kunnen er verschillen zijn, maar de jaarsinvloed is van groter belang.

Welke rassen zijn meer/minder vatbaar voor schieters?

Rassen met een meervoudige resistentie gaven in het verleden meer kans op schieters, al zijn daar de laatste jaren geen duidelijke aanwijzingen meer voor. Er zijn geen aparte proefvelden voor schietergevoeligheid meer, omdat de meerwaarde daarvan zeer beperkt bleek door het gebrek aan koude voorjaren.

Bij welke rotatie moet je resistentie tegen bietencysteaaltjes zaaien?

Uit recent uitgevoerd onderzoek naar besmetting van bietencysteaaltjes bij bepaalde rotaties, blijkt dat bij een rotatie van ruimer dan 1 op 5 van waardgewassen de kans op besmetting zeer klein is. Daarom wordt geadviseerd bij een rotatie van 1 op 5 of minder, bietencysteaaltjesresistente rassen te kiezen. Bij een ruimere rotatie is dit niet noodzakelijk: https://www.irs.nl/interessegebieden/alle-interessegebieden/teelthandleiding/10-2-aaltjes/#bietencysteaaltjes. Als u uw percelen intekent tijdens het bestelproces, wordt voor de advisering ook gekeken naar de rotatie van waardgewassen.

In hoeverre is het nodig om voor een ras te kiezen wat aanvullend resistent is voor rhizomanie?

Dit is alleen nodig als uw percelen in een risicogebied liggen. Dit is terug te vinden op de kaart met risicogebieden, die ook bij het intekenen van percelen wordt gebruikt om rasadvies te geven. Deze kaart wordt steeds aangevuld met actuele besmettingen. Overigens scoren deze rassen ook goed als u niet of minder met rhizomanieresistentiedoorbraak (blinkers) te maken heeft. Meer info: https://www.irs.nl/interessegebieden/alle-interessegebieden/teelthandleiding/10-7-virussen/.

Is het mogelijk om de opbrengstcijfers op de rassenlijst gebied-specifieker per grondsoort weer te geven in de toekomst?

De cijfers in de Brochure Suikerbietenzaad zijn gebaseerd op meerjarig landelijk onderzoek. Dit is de beste voorspellende waarde voor het genetisch potentieel van een ras. Uit onderzoek blijkt dat de verhouding tussen rassen niet substantieel wijzigt wanneer je onderverdeelt naar regio of grondsoort. Het jaareffect van rassenprestaties is groter dan het regio-effect. Voor betrouwbare regionale cijfers zou het aantal proefvelden fors uitgebreid moeten worden. De financiele middelen ontbreken om meer specifiekere onderzoeken uit te voeren.

Welk ras moet ik kiezen wanneer verwelkingsziekte (verticillium) wordt verwacht?

Er zijn geen rassen bekend die sterker zijn tegen verwelkingziekte. Een goede structuur, voldoende granen en grassen in het bouwplan en beheersing van aaltjes zijn mogelijke preventieve maatregelen. Aaltjes hebben een bevorderende werking op verwelkingsziekte, daarom zou een bietencysteaaltjesresistent ras aan te raden zijn. Lees meer over verticillium/verwelkingsziekte: https://www.irs.nl/interessegebieden/alle-interessegebieden/teelthandleiding/10-5-bodemschimmels/#verticillium.

Hoe kunnen de financiële opbrengsten van de rassen uit de verschillende resistentiecategorieën vergeleken worden?

De cijfers in de tabellen voor de verschillende resistentiecategorieën (rhizoctonia, bietencysteaaltjes en rhizomanie) kunnen niet onderling vergeleken worden. De rassen zijn per categorie onderling onderzocht en vergeleken. Vergelijk rassen daarom binnen elke resistentiecategorie.

Welke resistentie moet ik kiezen voor mijn specifieke omstandigheden?

Teken uw perceel in in het Cosun-ledenportaal en kijk welk advies hiervoor tijdens de zaadbestelling wordt gegeven.

Waar moet ik op letten bij mijn raskeuze voor vroege levering?

Kies in de eerste plaats een ras met de juiste resistentie. Uit onderzoek blijkt dat de verhoudingsgetallen van de rassen niet anders zijn bij vroege levering of late levering. Een ras met een laag verhoudingsgetal voor suikergehalte zal daarbij zowel vroeg als laat gemiddeld een lager gehalte hebben. Het suikergehalte kan in de vroege levering nog sterk oplopen. Wanneer u een zo hoog mogelijk gehalte in de vroege levering belangrijk vindt is een ras met een hoog verhoudingsgetal voor suikergehalte aan te raden.

Waar zet je Force in?

Bij risico op bodeminsecten zoals bietenkever, ondergrondse springstaarten, wortelduizendpoten en ritnaalden, zie www.irs.nl/teelthandleidingforce.

Wat is de rol van rassen in de strijd tegen cercospora?

Een hoge bladgezondheid cercospora helpt voor een beter resultaat, maar bestrijding van bladschimmels blijft ook bij deze rassen nodig. Het IRS-advies is:

  • rassen met bladgezondheid cercospora tot en met 8,5
    • spuiten bij aantasting of hoge infectiewaarde sensor
    • herhalen bij uitbreiding of nieuwe aantasting
    • effect hogere score BC aan het einde bladschimmelseizoen:
      bij gelijke inspanning beter resultaat
  • rassen met bladgezondheid cercospora 9
    • spuiten bij eerste aantasting
    • herhalen bij uitbreiding of nieuwe aantasting
    • effect bladgezondheid cercospora 9: minder bespuitingen nodig
Hoe kan ik een goede inschatting maken welk ras ik moet kiezen als mijn cijfers van afgelopen oogstjaar nog niet bekend zijn?

Om het bestelde bietenzaad op tijd voor zaai bij de telers te krijgen is het noodzakelijk om de bestelling op tijd bij de zaadfirma’s te plaatsen. Cijfers uit de Brochure Suikerbietenzaad geven een betrouwbare voorspelling van de prestatie in de praktijk.

Kan ik bietenzaad bewaren?

Bietenzaad bewaren is mogelijk, mits koel en droog. Gebruik eventueel de “bewaarton”. Bietenzaad wat in 2022 besteld is kan in 2023 worden gebruikt. Eventueel restzaad na uitzaai in 2023 kan worden bewaard voor uitzaai in 2024. Check bij voorkeur de kiemkracht. https://www.irs.nl/interessegebieden/alle-interessegebieden/teelthandleiding/1-2-bietenzaad/#bewaaradviesovergeblevenbietenzaad.

S:\IRS\POST\vanOverveld\Samengevoegde foto\Bewaring nr.2 - nr. 17.jpg

Waarom zijn sommige rassen niet opgenomen op de Nederlandse rassenlijst terwijl ze in de omringende landen goed scoren?

De zaadfirma’s maken een keuze welke rassen ze aanbieden voor de Nederlandse markt of rassen kunnen in Nederlandse rassenproeven wel onderzocht zijn maar daar niet voldoende gepresteerd hebben.

Waarom staan sommige rassen niet (meer) op de rassenlijst?

De zaadfirma’s maken een keuze welke rassen ze aanbieden voor de Nederlandse markt en stemmen daar de productie op af. Over het algemeen hebben zaadfirma’s in het geval van niet meer aanbieden van een ras dan alternatieve rassen die beter presteren. Ook kunnen rassen vanwege onvoldoende prestatie in het rassenonderzoek van de rassenlijst verdwijnen.

Welke rassen zijn gevoelig voor aphanomyces? Op welke gronden is het risico aanwezig?

Van de rassen Caprianna KWS en Dushi is in 2021 vastgesteld dat ze gevoeliger zijn. Op zand- en dalgronden worden deze rassen daarom afgeraden. Meer info over de ziekte aphanomyces: https://www.irs.nl/interessegebieden/alle-interessegebieden/teelthandleiding/10-5-bodemschimmels/#aphanomyces.

Hoe kan het dat een ras in de verschillende tabellen in de Rassenlijst of Brochure Suikerbietenzaad een andere waarde heeft, bijvoorbeeld voor financiële opbrengst of kophoogte?

Voor de verschillende resistentiecategorieën (rhizoctonia, bietencysteaaltjes en rhizomanie) worden verschillende series proefvelden aangelegd. De prestaties van de rassen worden per serie proefvelden over de laatste vier onderzoeksjaren gemiddeld en weergegeven in aparte tabellen. Omdat de resultaten per categorie van andere series proefvelden afkomstig zijn kunnen de cijfers of klasse-indelingen van een ras in de ene tabel wat anders zijn dan in de andere tabel. Rassen kunnen daarom ook binnen dezelfde tabel wel met elkaar vergeleken worden, maar niet tussen de tabellen.

Wat is de waarde van de Rassenlijst? Sommige rassen vallen in de praktijk soms heel erg tegen.

De Rassenlijst geeft de best mogelijke voorspelling van de opbrengstpotentie van de rassen, met de middelen die voor het onderzoek beschikbaar zijn. Het is echter wel van belang dat het ras tijdens het groeiseizoen niet onderuit gaat door een bepaalde ziekte of plaag. In dat geval kan de opbrengst een stuk lager uitvallen dan op basis van de Rassenlijst verwacht mocht worden. Daarnaast kan ook het jaareffect meespelen. De cijfers op de Rassenlijst zijn gemiddelden van vier jaar onderzoek op verschillende proefvelden. Rassen presteren in het ene jaar soms beter dan in het andere, bijvoorbeeld als gevolg van het weer in dat jaar.

Is er een ras beschikbaar met veel blad, zodat onkruid meer onderdrukt wordt?

De kolom vroegheid grondbedekking in de tabellen van de Rassenlijst of Brochure suikerbietenzaad geeft een indicatie van de snelheid waarmee een ras blad ontwikkelt en het veld kan sluiten. Hoe hoger het cijfer in deze kolom hoe sneller de gewassluiting. Er is geen duidelijke correlatie tussen de beginontwikkeling of de hoeveelheid blad van een ras en de uiteindelijke gerealiseerde opbrengst.

Hoe krijg ik een advies voor een nieuw perceel (voor het eerst akkerbouw) en uit te zaaien areaal?

Het advies wordt bepaald op basis van grondsoort, eventuele waarnemingen en teeltrotatie (www.boerenbunder.nl). Indien teeltrotatie onbekend is kan geen resistentieaanbeveling worden gegeven.