8.4 Spaar de (onder)grond

Versie: januari 2023

Aandacht en op het juiste moment handelen zijn de beste garanties voor een teelt met rendement. Dat geldt zeer zeker ook bij het omgaan met de grond. Het doet elk boerenhart zeer als grond zichtbaar wordt versmeerd en verdicht. Met gevolgen die lang kunnen duren. Hoe beperk je structuurschade tot een minimum bij de bietenoogst met bunkerrooiers? Het antwoord is: op het juiste moment en met de juiste techniek. Enkele hoofdzaken worden hieronder toegelicht voor kleihoudende gronden aan de hand van figuur 8.4.1.

Voorkom onnodig rijden met de kipper op het bietenperceel. Het is beter voor de grond om de kipper op de kopakker te houden. Dit kost wel enige capaciteit. In een Zwitsers onderzoek4 werd dit berekend op ongeveer een kwartier extra tijd op een perceel van vijf hectare. Op grote percelen is het een optie om systematisch de spuitsporen te benutten.

Draagkracht grond-fig

Figuur 8.4.1 De draagkracht van grond vermindert als de grond natter is. Vooral als de grond natter is dan de veldcapaciteit neemt de draagkracht snel af. De foto’s5 illustreren de toestand van de grond in drie situaties (te nat, gunstig en te droog). De stoplichten geven het advies voor rooien met bunkerrooiers (pi = bandspanning; W = wiellast).

4 Zuckerrüben: Erntemanagement und -kosten. Schwere Erntemaschinen gut auslasten, ohne die Böden zu verdichten. FAT-Berichte Nr, 568 (2001), FAT, Tänikon (CH), 8pp.

5 BUWAL/Docuphot. Deze staan ook op bladzijde 19 van Suikerbietsignalen.

8.4.1 Grond te droog: pas op voor puntbreuk

Als de grond droog en hard is gaat het rijden prima. Bij het rooien is er meer puntbreuk door afbre­ken van bieten in de grond. Ook is er meer slijtage aan de rooischaren. Advies: dieper rooien en rijsnelheid verlagen.

8.4.2 Gunstig: lage bodemdruk

Bij een normaal vochtgehalte (rond veldcapaciteit) gaat het rooien prima. Om schade aan de bodem­structuur te beperken, mag de bodemdruk niet te hoog zijn. Voorkom altijd verdichting van de ondergrond. Veilig voor de ondergrond is een bandspanning van 1,5 bar of lager; 0,8 bar is beter voor de bouwvoor. Daarbij ligt de maximale wiellast bij de grootste band bij voorkeur onder de 10 ton. Boven 12 ton wiellast treedt er bijna altijd ondergrondverdichting op tot 40 centimeter diepte, ook met de grootste en beste banden. Met de nieuwste bandentechnologie, zoals VF-banden, kan de bandspanning tot tientallen procenten teruggebracht worden; een goede ontwikkeling als betere technologie benut wordt om bij gelijkblijvende wiellasten de bandenspanning te verlagen en daarmee de bodem te ontzien. Bij het verhogen van de wiellast wordt het gunstige effect van deze banden tenietgedaan.

Onder gunstige omstandigheden veroorzaken rupsen aanzienlijk minder ondergrondverdichting, ondanks de veel hogere last op het rupssysteem. Onder natte omstandigheden kunnen rupsen echter ook gaan slippen en voor versmering zorgen.

In het Handboek Bodem en Bemesting staat meer informatie over het opheffen en tegengaan van verdichting in de ondergrond.

8.4.3 Grond te nat: niet rijden

Bij te natte grond is het beste om te wachten tot de grond weer droog genoeg is om zonder schade te rijden. Dat kan enkele uren zijn op zandgrond en enkele dagen drogend weer op kleigronden.

Wat te doen als het nat is en blijft, zoals in 1998, 2010 en 2020? Wachten is dan geen optie. Het advies is dan onveranderd:

  • alleen de bunkerrooier in het perceel. Kipwagens zakken tot op de ploegzool en verdichten de ondergrond bij herhaald door hetzelfde spoor rijden;
  • de bunker halfvol en het uiterste uit de banden halen (bandspanning omlaag);
  • gebruik maken van een overlaadwagen. Hierdoor kan op het bietenperceel met bredere banden en lagere bandenspanning gereden worden, aangezien er geen compromis nodig is vanwege transport over de weg. Bijkomend voordeel bij overlading op de rand van het perceel is dat de (openbare) weg schoon blijft.

De consequentie is wel dat de bouwvoor grotendeels wordt verdicht en ook versmeerd. Voor herstel is de hulp van de natuur nodig met vele cycli van drogen en herbevochtigen. Vorst gevolgd door droge dooi heeft hetzelfde positieve effect op herstel van versmering. De grond is na de winter wel zeer kwetsbaar. Vandaar dat we in het voorjaar zeer voorzichtig moeten zijn met de grond. De verleiding is vaak groot om na een goede winter het land op te gaan, terwijl alleen het bovenste laagje goed is en de laag eronder te nat om te berijden. De kans op structuurschade in de laag 15 tot 25 centimeter is dan zeer groot, met later in het jaar de gevolgen in het gewas. Voorkom dit door vooraf met de spade de hele bouwvoor te beoordelen. Voor het beoordelen van de bodemconditie is een instructieboekje ontwikkeld in samenwerking met Cosun Beet Company en Coen ter Berg. Dit boekje, met daarin veel beeldmateriaal van de belangrijkste grondsoorten in Nederland, is te downloaden via www.cosunleden.nl/teelt/bodemconditie.

Figuur 8.4.2 Een overlaadwagen verlaagt de bodemdruk ten opzichte van het afvoeren met kipwagens, wanneer de band(spanning) optimaal wordt aangepast aan de omstandigheden.

8.4.4 Terranimo

Het effect van verdichting in de ondergrond is niet altijd direct zichtbaar. Omdat de wiellasten van bietenrooiers bij een volle bunker boven de 12 ton uit kunnen komen, is er wel degelijk een risico op ondergrondverdichting.

Om inzicht te krijgen in de druk die hoge wiellasten uitoefenen op de grond, is het programma Terranimo ontwikkeld. Deze risicobeoordelingstool is ontwikkeld in Denemarken en in samenwerking met de Deense Aarhus University, Wageningen Environmental Research, Cosun Beet Company, Cumela en Fedecom aangepast om in Nederland te kunnen gebruiken. Met Terranimo kunnen verticale spanningen, die bij berijding optreden, worden gevisualiseerd door informatie over de machine en grond in te vullen. Deze spanningen kunnen bij hoge wiellasten of natte omstandigheden de bodemsterkte overschrijden en een aanzienlijk risico op verdichting veroorzaken.

Met gegevens over wiellast, bandentype en bandspanning, de grondsoort en de vochttoestand, wordt de impact op de bodem gevisualiseerd, zie bijvoorbeeld figuur 8.4.3. Om van enkele in Nederland gebruikte bietenrooiers de wiellasten te bepalen, zijn in 2019 en 2020 van een aantal bietenrooiers, overlaadwagens, trekkers en kiepers de wiellasten bepaald. Deze wegingen lieten opnieuw zien dat er nog regelmatig wiellasten boven 12 ton optreden. Ook zijn de bodemkarakteristieken van Nederlandse grondsoorten aan het programma toegevoegd.

Figuur 8.4.3 De contactdruk van een bietenrooier in Terranimo. De band linksachter veroorzaakt de hoogste grondspanning (wiellast 11,7 ton). Het meeste gewicht wordt bovendien door de linkerkant van de rooier gedragen, waar de afvoer zit.

Contactpersoon

André van Valen
Bodem / bemesting / mechanisatie

Mogelijk ook interessant