Ontwikkeling van praktische methoden voor éénjarige bewaring van geprimed suikerbietenzaad

Een goede en snelle veldopkomst is een belangrijk uitgangspunt voor een hoge (financiële) opbrengst van een suikerbietenteelt. Om het risico op een slechte veldopkomst te verminderen wordt geadviseerd om overgebleven geprimed suikerbietenzaad niet meer te gebruiken. In het recente verleden waren er vanuit de praktijk regelmatig problemen met een slechte veldopkomst bij het gebruik van geprimed suikerbietenzaad uit het voorgaande jaar. Om zaadkosten voor telers en verwerkingskosten van geretourneerd zaad voor zaadleveranciers te verminderen bestond de wens om een éénjarige bewaarmethode voor geprimed bietenzaad te ontwikkelen. In een tweejarig onderzoek, uitgevoerd van 2015 tot en met 2017, werd de effectiviteit van verschillende bewaarmethoden variërend in; temperatuur, vocht en aanwezigheid van zuurstof getest door middel van laboratoriumkiemtesten, veldproeven en pillenzaadanalyses. De bewaarmethoden werden toegepast op rassen van meerdere kwekers en derhalve zaad wat verschillende primingsprocedés had ondergaan. De aanwezigheid van vocht bleek de meest bepalende factor op de bewaarbaarheid van geprimed suikerbietenzaad. Het effect van temperatuur was relatief gering en de aanwezigheid van wel of geen zuurstof veroorzaakte geen merkbaar verschil. Zolang het zaad droog werd bewaard, ging de kiemkracht niet verloren. Er waren twee methoden die ook een meerwaarde hadden voor de conservering van de kiemenergie en actieve stoffen in het pillenzaad. Deze methoden waren bewaring van geprimed bietenzaad in een weckfles met silicagel (ratio zaad silicagel in een massaverhouding van 4:1) en in een afgesloten plastic zak op -18°C. De bewaring in een afgesloten plastic zak op -18°C bleek voor conservering van kiemenergie en actieve stoffen licht effectiever dan die in een weckfles met silicagel. Bij deze bewaarmethoden werden tussen de rassen kleine verschillen in de conservering van kiemenergie en actieve stoffen waargenomen. Deze waren bij de bewaring in een weckfles met silicagel groter dan bij een bewaring in een plastic zak op -18°C. Deze bewaarmethoden bieden dus geen garantie voor 100% conservering van de kiemenergie en actieve stoffen. Desondanks werden bij alle onderzochte zaadpartijen die op deze manieren bewaard werden goede resultaten verkregen die vergelijkbaar waren met nieuw zaad. Op basis van de resultaten van dit onderzoek lijkt het verantwoord om voor deze bewaarmethoden een praktijkadvies op te stellen.

Uitgelicht: 17P02 - Ontwikkeling van praktische methoden voor eenjarige bewaring van geprimed suikerbietenzaad

Contactpersoon

Martijn van Overveld
Junior onderzoeker teelt

Mogelijk ook interessant