Doordat steeds meer menginfecties met rhizomanie voorkomen, zullen uitsluitend gecombineerde resistenties bietencysteaaltjes/rhizomanie in de praktijk worden toegepast. Door de vrij natte omstandigheden in 2000 is in twee proefvelden bij zware beginbesmettingen met bietencysteaaltjes geen aantasting van betekenis voorgekomen. Op de andere proefvelden kon geen significant verschil worden waargenomen in suikergewicht tussen rhizomanieresistente en rhizomanie/aaltjesresistente rassen. Ook de vermeerdering van de bietencysteaaltjes is op alle proefvelden minder dan vorig jaar geweest. De verschillen in vermeerdering (Pf/Pi) tussen de gevoelige en resistente rassen blijken het grootst bij de lage beginbesmettingen met bietencysteaaltjes.