In dit project zijn vier aspecten van tarravermindering bekeken, namelijk wassen, axiaalrollen, ‘gladdere’ biet en ontbladeren. Ontbladeren met poetsers in plaats van met metalen messen kan het kopwerk verbeteren. Met een relatief eenvoudige uitbreiding als aangedreven sterren boven axiaalrollen is op zavel- en kleigronden een vermindering van grondtarra te realiseren zonder dat het puntbreukverlies stijgt. In 2001 was de vermindering gemiddeld 1,2%. Uit de wasproeven bleek dat het resultaat in grote mate van de grondsoort afhankelijk is. Daarnaast leidt het vacumeren tot een stijging van het bewaarverlies.