In 2000 is op dalgrond een proefveld aangelegd om de mogelijkheden van mechanische onkruidbestrijding na te gaan. Daarbij waren nieuwe werktuigen als de vingerwieder en torsiewieder. Door de losse grond en de weersomstandigheden konden de werktuigen niet op tijd ingezet worden. Hierdoor werd het onkruid te groot en kwamen de bestrijdingspercentages niet hoger dan 25 à 50%.