Beheersing van bietenvlieg, het belang van waarnemen

Voor een geïntegreerde gewasbescherming is het belangrijk om alle mogelijkheden voor het beheersen van ziekten, plagen en onkruiden te overwegen. Bietenvlieg kan worden beheerst door zaad met insecticiden in te zetten en tot oktober 2013 was het ook mogelijk om naopkomst te spuiten. Hierbij was monitoren en het raadplegen van de schadedrempel cruciaal bij het bepalen of een bespuiting redabel was. Doel van dit onderzoek was om te bepalen wat het beste moment is om bietenvlieg te bestrijden. Verder zijn bespuitingen vergeleken met zaadbehandelingen met insecticiden om de beste methode te vinden voor het beheersen van bietenvlieg.

In 2012 en in 2013 lagen er op proefvelden in Valthermond en Colijnsplaat (alleen 2013) twee objecten met zaadbehandelingen met insecticiden en drie (2012) of vier (2013) objecten met een bespuiting met Perfekthion (dimethoaat) in verschillende stadia van de bietenplanten. In het kiem-, 2-4, 4-6, 6-8 en 10-12-bladstadium zijn het aantal eieren en gangen/larven van de bietenvlieg op de proefvelden geteld. Verder is van het proefveld in Valthermond in 2013 een opbrengstbepaling gedaan.

Uit de resultaten blijkt dat timing van een bespuiting heel belangrijk is voor een goede effectiviteit. Spuiten als de eerste gangen van de bietenvlieg zichtbaar waren bleek het meest effectief te zijn. Dit toont aan dat regelmatig en goed waarnemen heel belangrijk is.

Zaad met insecticiden (speciaal pillenzaad) was even effectief als een bespuiting. Het is ook de enige toegelaten manier om met gewasbeschermingsmiddelen bietenvlieg te beheersen. Uiteindelijk waren er in Valthermond in 2013 echter geen opbrengstverschillen tussen objecten. De uitkomsten van deze proeven hebben dan ook niet geleid tot een andere schadedrempel.

Uitgelicht: Beheersing van bietenvlieg, het belang van waarnemen

Contactpersoon

Martijn Pepping
Project duurzaamheid

Mogelijk ook interessant