Advies BCA-rassenkeuze is aangepast

Tot op heden kregen telers met een waardplantenrotatie krapper dan 1 op 8 het advies om te kiezen voor een ras dat partieel resistent is tegen bietencysteaaltjes (BCA-ras). Uit BCA-bemonstering van percelen bleek dat de aantallen aaltjes lager waren dan voorheen, waardoor het rassenadvies voor telers met ruimere bouwplannen van 1 op 6 en 1 op 7 waardplanten aangepast zal worden in de rassenbestelmodule van Cosun Beet Company.

Bemonstering
In het najaar van 2020 en voorjaar van 2021 zijn percelen met een waardplantenrotatie van 1 op 7 tot en met 1 op 4 bemonsterd op bietencysteaaltjes. Op deze percelen zaten tussen 2 bietenteelten in de rotatie ook geen andere waardplanten voor het bietencysteaaltje, zoals spinazie of koolsoorten. In percelen met een ruimere rotatie, 1 op 7 en 1 op 6 waardplanten, werd slechts een heel lichte tot zelfs geen besmetting met eieren en larven van het witte bietencysteaaltje teruggevonden. Op bemonsterde percelen met een krappere rotatie van 1 op 5 en 1 op 4 werden wel hogere besmettingen teruggevonden. Over het algemeen zijn de besmettingen iets teruggelopen ten opzichte van de bemonsteringen van 2005 en 2006. Dit is te verklaren door de ruimere bouwplannen en door de inzet van partieel resistente suikerbietenrassen, die de bietencysteaaltjes minder vermeerderen dan de vatbare rassen (foto 1).

Rassenkeuze rotaties 1 op 7 en 1 op 6
Uit de bemonstering is gebleken dat op percelen met een waardplantenrotatie van 1 op 7 en 1 op 6 een ras met BCA resistentie niet strikt noodzakelijk is, met inachtneming van de risico’s dat in droge jaren opbrengstderving door bietencysteaaltjes plaats kan vinden, indien er toch meer aaltjes in het perceel zitten dan op basis van teelthistorie verwacht mag worden. Rassenkeuze van de lijst van standaard rhizomanieresistente rassen geeft ruimte om ook voor andere raseigenschappen te kiezen (foto 2), zoals een hoge bladgezondheid of zeer goede aanvullende rhizomanieresistentie die in het BCA-segment mogelijk niet beschikbaar zijn. Het blijft binnen deze lijst mogelijk om voor een BCA-ras te kiezen. Hierbij worden de opbrengstgegevens onder niet-besmette omstandigheden getoond, wat beter aansluit bij de situatie op het perceel.

Rassenkeuze rotaties ≤ 1 op 5
Het advies voor percelen met een waardplantenrotatie van 1 op 5 of krapper blijft onveranderd. Omdat deze percelen een groter risico hebben op hogere besmettingen met bietencysteaaltjes blijft het advies om te kiezen voor een partieel resistent ras (BCA-ras).

Bemonstering
Voor de meest optimale rassenkeuze is het beste om iedere 1-2 hectare van een perceel te bemonsteren op bietencysteaaltjes. Hiermee wordt het besmettingsniveau en eventuele ‘valplekken’ met een hoog aantal levende eieren en larven in kaart gebracht. Wanneer door bemonstering is aangetoond dat het perceel vrij is van een besmetting kan zonder risico op opbrengstderving door bietencysteaaltjes een vatbaar ras gekozen worden, ongeacht de waardplantenrotatie.

Meer informatie
De resultaten van de bemonstering zijn beschreven in het volgende rapport: Besmettingsgraad van witte bietencysteaaltjes (Heterodera schachtii) op percelen met een 1 op 7 tot en met 1 op 4 waardplanten rotatie i.c.m. rassenkeuze. Meer informatie over bietencysteaaltjes vindt u ook in de teelthandleiding:


Foto 1.  Door ruimere bouwplannen en de inzet van partieel resistente bietenrassen zijn de bietencysteaaltjespopulaties de laatste jaren wat afgenomen. Dit heeft geresulteerd in een aangepast advies voor de inzet van partieel resistente bietenrassen. Links een vatbaar ras, rechts een partieel resistent bietenras.


Foto 2.  Indien er geen bietencysteaaltjes op een perceel aanwezig zijn, dan kan een teler kiezen voor andere belangrijke eigenschappen, zoals aangegeven in dit schema.

 

Contactpersoon

Linda Geenen - Frijters
Coördinator proefvelden / nematoden / insecten

Mogelijk ook interessant