4.11 Overige nutriënten

Afbeelding met plant, buitenshuis, groen, blad Automatisch gegenereerde beschrijving

Versie: april 2023 4.11.1 Molybdeenbemesting Molybdeengebrek uit zich in een geremde groei, waarbij de bladeren bleekgroen en dikwijls samengeknepen zijn. Veel jonge plantjes kunnen wegvallen. In Nederland komt molybdeen­gebrek vooral voor op ijzeroerbevattende zand- en dalgronden met een pH-CaCl2 lager dan 5,6. Molybdeengebrek kan men voorkomen door de pH-CaCl2 op minimaal 5,6 te brengen. Bestrijding……

4.12 Organische stof

Afbeelding met gras, buitenshuis, veld, staan Automatisch gegenereerde beschrijving

Versie: maart 2024 Een voldoende hoog organische stofgehalte van de bouwvoor is erg belangrijk. Op zand- en dal­grond is het vooral van belang voor de vochtvoorziening en het adsorberend vermogen, op klei­grond vooral voor de structuur. Om het gehalte aan organische stof op peil te houden moet ge­mid­deld per jaar 2.000 kg effectieve organische stof……

4.13 Wettelijke regels

Versie: maart 2024 In de Europese nitraatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water staan afspraken en doelen om de waterkwaliteit te beschermen. Ieder land kan zelf regels opstellen om deze afspraken na te komen. Nederland heeft deze wettelijke regels vastgelegd in de Meststoffenwet (Msw). De Meststoffenwet is weer onderverdeeld in de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet (Urm) en het Uitvoerings­besluit……

4.14 Beregening

Afbeelding met hemel, buitenshuis, boom, grond Automatisch gegenereerde beschrijving

Versie: april 2023 4.14.1 Opkomstberegening Als er (veel) bietenzaad droog in het zaaibed ligt en er is op korte termijn geen uitzicht op regen, dan kan men overwegen om te beregenen. Hierdoor kan men zorgen voor een gelijkmatige opkomst en een regelmatig gewas. Bovendien zorgt een snelle opkomst voor een langere groei­periode. Voor opkomstberegening luidt……

5. Gewasbescherming

In hoofdstuk 5 (Gewasbescherming algemeen) van de teelthandleiding suikerbieten staat informatie over onder andere een duurzame gewasbescherming, vruchtwisseling, spuittechniek en de teelt van groenbemesters. Verschillende paragraven zijn recent vernieuwd. Zo is o.a. in paragraaf 5.1 (Algemeen) een nieuwe versie van de gewasbeschermingsmonitor opgenomen. Deze dient gedurende het teeltseizoen te worden bijgehouden en dient binnen twee maanden nadat de teelt is afgerond volledig te zijn.

5.1 Algemeen

Versie: april 2024 5.1.1 Gewasbeschermingsbulletin Jaarlijks brengt het IRS een naslagwerk voor ziekten en plagen en onkruidbeheersing in de suikerbietenteelt uit. Zie GewasBeschermingsBulletin suikerbieten. 5.1.2 Effecten van gewasbeschermingsmiddelen op milieu en natuurlijke vijanden Voor een geïntegreerde gewasbescherming is het belangrijk om een bewuste middelenkeuze te maken. Volgens principe vijf van een geïntegreerde gewasbescherming dient u……

5.2 Duurzame gewasbescherming

Versie: april 2024 Volgens de Europese Unie-richtlijn ‘Duurzame gewasbescherming’ (richtlijn 2009/128/EG) moeten alle ziekten, plagen en onkruiden in zowel de landbouw als niet-land­bouw op een geïntegreerde manier worden aangepakt. Nederland moet net als alle andere EU-lidstaten ervoor zorgen dat alle agrariërs, gemeenten, provincies, bedrijven et cetera deze regels naleven. De EU heeft een geïntegreerde gewasbescherming……

5.3 Vruchtwisseling

Versie: april 2024 Vruchtwisseling is belangrijk om de vruchtbaarheid en de biologische acti­viteit van de bodem te behouden of te verhogen. Tevens is zij van grote invloed op het optreden van ziekten en plagen en de schade die daardoor wordt veroorzaakt. Het is van belang dat telers er in het bouwplan rekening mee houden dat……

5.4 Spuittechniek

Versie: april 2024   5.4.1 Spuitdoppen en -technieken Voor de effectiviteit van bespuitingen met fungiciden, herbiciden en insecticiden zijn alle doppen met 75% driftreducerende doppen en/of technieken geschikt. Voor de toepassing van sommige insecticiden, fungiciden en herbiciden gelden aanvullende eisen wat betreft de driftreductie. Lees daarom altijd zorgvuldig het etiket. De effectiviteit van bespuitingen met……

5.6 Groenbemesters

Versie: april 2024 De keuze van een groenbemester hangt af van verschillende aspecten. Zo zijn het zaaitijdstip en het doel van de teelt van belang. Een groenbemester kan worden ingezet om de aanvoer van organische stof te verhogen (zie hoofdstuk 4.13 ‘Organische stof’), uitspoeling van stikstof in de winter te beperken, onkruid te onderdrukken, aaltjes……

6. Onkruidbeheersing

Versie: februari 2021 INHOUD 6. Onkruidbeheersing 1 6.1 Onkruiden 2 6.1.1 Voor opkomst 2 6.1.2 Breedbladige onkruiden 3 6.1.3 Grasachtige onkruiden 8 6.1.4 Wortelonkruiden 8 6.1.5 Hulpmiddelen/app’s 9 6.1.6 Conviso Smart Systeem 11 6.1.7 Aardappelopslag 13 6.1.7.1 Problematiek van aardappelopslag 13 6.1.7.2 Beperk rooiverlies en de kieming van de aardappelen 13 6.1.7.3 Niet-kerende grondbewerking 13……