Applicatie bietencysteaaltjesmanagement
Witte bietencysteaaltjesmanagement
Bemonstering
Kiest u voor suikerbieten in uw bouwplan, dan heeft u de keuze uit een ras zonder resistentie (vatbaar ras) of een ras met partiële resistentie (resistent ras) tegen bietencysteaaltjes.
Als u bladrammenas of gele mosterd kiest, hoeft u geen hoofdgewas te kiezen.
In de Brochure Suikerbietenzaad vindt u meer informatie over rassen en welke rassen vatbaar of partieel resistent zijn.
Vul uw e-mailadres in om de resultaten te ontvangen als PDF.
In de Brochure Suikerbietenzaad vindt u meer informatie over rassen en welke rassen vatbaar of partieel resistent zijn.
Boven 150 eieren en larven is het rendabel om partieel resistente rassen te telen. Door de aantallen bietencysteaaltjes (eieren en larven) zo laag mogelijk te houden, is de financiële opbrengst bij zowel vatbare als partieel resistente rassen hoger. Dit is te bereiken door gewassen te telen die geen bietencysteaaltjes vermeerderen, door bladrammenas of gele mosterd te telen, maar ook door te kiezen voor een partieel resistent bietenras in plaats van een vatbaar ras. Lees meer hierover in de teelthandleiding Hoofdstuk 10.2 Aaltjes.
Deze applicatie werkt met modellen. Heeft u zeer lage beginaantallen gekozen (lager dan 300 eieren en larven), dan kan de applicatie afwijken van uw bemonsteringen. Dit komt omdat percelen af kunnen wijken van de gemiddelden, vanwege jaarsinvloeden en dat bietencysteaaltjes pleksgewijs kunnen voorkomen. Uitslagen van bemonsteringen zijn ten alle tijden nauwkeuriger dan de uitkomst van deze applicatie. De applicatie maakt voor u inzichtelijk welke maatregelen positief werken op de uitzieking en welke juist voor vermeerdering zorgen.