Na opkomst begint de plant een periode van exponentiële groei. De groeisnelheid neemt toe naarmate steeds meer droge stof is gevormd. De groei wordt vooral sterk aangestuurd door de temperatuur, die in hoge mate de snelheid bepaalt waarmee nieuwe bladeren, en dus nieuwe productieorganen, worden aangemaakt. Onder normale omstandigheden komt er per week één bladpaar bij. Men spreekt dan van het twee‑, vier‑, zesbladstadium enzovoort, de kiemlobben niet meegerekend (zie figuur 7.1).
Figuur 7.1 Ontwikkelingsstadia van de biet (naar C. Winner, 1982):
De bladvorming gaat samen met een sterke wortelontwikkeling. In het tweebladstadium kan de lengte van de hoofdwortel al 30 cm of meer zijn. Uiteindelijk kunnen de wortels een diepte bereiken van meer dan 1,5 meter (figuur 7.2). De snelheid waarmee de wortel naar beneden groeit, is tot ver in het seizoen vrij constant, circa 1,5 cm per dag. Het wortelstelsel groeit niet alleen in de diepte maar ook in de breedte vanaf het twee- tot vierbladstadium met circa 0,4 cm per dag. Wortels sterven snel af en worden voortdurend door nieuwe vervangen.
Figuur 7.2 Wortelstelsel van een volgroeide bietenplant (uit: L. Kutschera, 1960).
De sterke blad- en wortelontwikkeling gaat door tot eind juni. Wanneer de bladeren het oppervlak volledig bedekken (het gewas is gesloten) en de wortels van planten in de naastliggende rijen elkaar bijna raken, neemt de snelheid van deze ontwikkeling af. Nu begint de diktegroei van het bovenste gedeelte van de penwortel en de wortelhals (hypocotyl).
Het begin van de versterkte diktegroei valt samen met het moment waarop de wortel gemiddeld 4 gram suiker bevat. Dit wordt de groeipuntsdatum genoemd. De groeipuntsdatum is een belangrijk gegeven, omdat er een duidelijk verband bestaat tussen deze datum en de eindopbrengst. De datum van het bereiken van het groeipunt is sterk afhankelijk van de temperatuursom. De benodigde temperatuursom vanaf opkomst is voor elk van de twaalf IRS-gebieden verschillend (tabel 7.1).
Tabel 7.1 Benodigde temperatuursommen voor het bereiken van de groeipuntsdatum.
gebied |
temperatuursom |
Flevoland, Noordoostpolder |
591 |
Zeeuwse Eilanden, Noordelijke klei |
601 |
Zeeuws-Vlaanderen, West-Brabant, Noord- en Zuid-Holland |
611 |
Oost-Brabant |
631 |
Noordelijk zand, noordelijk dal, Gelderland |
641 |
Limburg |
661 |
Contact: André van Valen
Naast de suikerbietenteelt is het IRS ook actief in onderzoek en voorlichting voor de cichoreiteelt. Het onderzoek is onder andere gericht op de onkruidbestrijding, rassen en zaadkwaliteit. Alle informatie over de cichoreiteelt, zoals actuele berichten en teeltinformatie, is te vinden op www.cichorei.nl.
Jaarlijks stelt het IRS een verslag op waarin het onderzoek van het suikerbieteninstituut wordt beschreven. Het verslag is voor iedereen beschikbaar op de site van het IRS. We nodigen u graag uit om het verslag te lezen, maar willen uw nieuwsgierigheid vast prikkelen met een video met enkele belangrijke punten uit het onderzoek van 2019.
De lijst van in suikerbieten toegelaten gewasbeschermingsmiddelen is geactualiseerd en is te raadplegen op onder andere de IRS-site: www.irs.nl/toelatingssituatie. Deze lijst wordt geactualiseerd door de BO Akkerbouw.