3.3 Zaaidiepte

versie: maart 2020

Precisiezaai vereist een prima zaaibed; vlak, niet te grof maar ook niet te fijn, met een egale dikte van 3-4 cm op een vlakke, bezakte ondergrond met zo min mogelijk wielsporen. Een juiste zaaidiepte is zeer belangrijk. Bietenzaad hoort op de vaste ondergrond te liggen, bedekt met 1,5 à 2 cm losse grond. Naarmate men later zaait en de grond zwaarder is, moet de bedekkings­hoogte iets groter zijn, 2 à 3 cm. In een los of te diep los gemaakt zaaibed zaait men gemakke­lijk te diep. Als noodmaatregel kan men de kluitenruimer gebruiken om een beetje losse grond opzij te schuiven. Met de toestrijkers kan meer of minder losse grond op het zaad gebracht worden. Maak gebruik van de mogelijkheden die de zaaimachine biedt.

Een scherp zaaikouter maakt een smalle scherpe zaaivoor, die een goede plaatsing van het zaad bevordert.

De onderstaande figuur (3.3.1) geeft een beeld van de ideale ligging van het zaad. Ook toont dit dat een goede vlakligging van de UonderkantU van het zaaibed van groot belang is en dat insporing tot het minimum beperkt moet worden.

teelt10

Figuur 3.3.1 Een tekening van het ideale zaaibed.

Controleer tijdens het zaaien regelmatig de volgende aandachtspunten:

  • zaaidiepte
  • zaaiafstand en zaairegelmaat1
  • zaaisnelheid
  • afstand tussen de aansluitrijen
  • zaadvoorraad in de zaadbakken
  • bedekken en aandrukken van het zaad
  • losse bovenlaag
  • verstopping kouters

De werkelijke zaaiafstand kan afwijken van de tabel op de machine. Negatieve wielslip van een aandrijfwiel kan hiervan een reden zijn.

De slip wordt groter naarmate het zaaibed losser is. Bijvoorbeeld bij zandgronden als de kopakkers geploegd zijn zonder vorenpakker en het perceel met vorenpakker. Bij twaalf- of meerrijige machines zijn er vaak meerdere aandrijf­wielen. Als de buitenste aandrijfwielen niet in een trekkerspoor lopen en de binnenste aan­drijfwielen wel, dan kan er verschil in wielslip en dus verschil in zaaiafstand bestaan. Een andere mogelijkheid is een verkeerde bandspanning van het aandrijfwiel. Het geheel kan gemakkelijk leiden tot een afwijking van 10%, zeg maar 2 cm. Bij elektrisch aangedreven zaaimachines speelt bovenstaande problematiek geen rol.

Contactpersoon

André van Valen
Bodem / bemesting / mechanisatie

Mogelijk ook interessant